Dicht bij huis
Naast het aanleggen van talloze kilometers kabels, vormt de bouw van de vele PoP- en RAN-stations die de backbone met diverse toegangspunten verbinden een grote uitdaging voor operators. In dichtbevolkte stedelijke gebieden bevinden deze shelters zich vaak in de directe nabijheid van woonwijken of gemengde gebieden. Tegelijkertijd worden, door de ontwikkeling van nieuwe woongebieden, steeds vaker stations gebouwd nabij woningen in landelijke gebieden.
PoP- en RAN-stations bevatten gevoelige IT- en netwerktechnologie die beschermd moet worden tegen invloeden van buitenaf, met constante temperatuurbeheersing als voorwaarde voor maximale uptime. In veel gevallen is hiervoor mechanische koeling nodig. Geluid dat hierdoor ontstaat – van compressoren, pompen en andere componenten – moet al tijdens de planningsfase worden meegenomen om te voldoen aan de geldende geluidsnormen.
Wat is geluid?
In de akoestiek wordt onderscheid gemaakt tussen geluidsvermogen en geluidsdruk. Geluidsvermogen is de totale akoestische energie die door een geluidsbron wordt geproduceerd. Geluidsdruk daarentegen is plaatsgebonden en wordt gemeten in dB(A) volgens de A-weging, die is gebaseerd op hoe het menselijk oor geluid waarneemt.
Een toename van 10 dB(A) wordt door mensen als ongeveer twee keer zo luid ervaren. Technisch gezien verdubbelt de geluidsdruk echter al bij een toename van slechts 3 dB(A).
Meerdere geluidsbronnen kunnen samen leiden tot een hogere totale geluidsdruk. Twee identieke bronnen verhogen het geluidsniveau met 3 dB(A); vier bronnen met 6 dB(A); en tien bronnen zijn nodig voor een toename van 10 dB(A). Is één geluidsbron echter meer dan 10 dB(A) stiller dan een andere, dan draagt die nauwelijks bij aan het totaal.
Ook de fysieke relatie tussen geluidsbron en ontvangstpunt speelt een rol. Reflecties of absorptie door gebouwen of begroeiing kunnen de geluidsdruk afhankelijk van de situatie verhogen of verlagen.
Wat doet geluid met mensen?
Geluid wordt door mensen verschillend ervaren. Bekendheid met een geluid speelt daarbij een grote rol. Vertrouwde of verwachte geluiden worden als minder storend ervaren dan onbekende of onverwachte geluiden, ook als het geluidsniveau hetzelfde is.
Dit heeft te maken met hoe de hersenen auditieve informatie verwerken. Bekende geluiden zijn voorspelbaar, wat de gevoelde overlast vermindert. Onverwachte geluiden worden juist als een mogelijke dreiging geïnterpreteerd, wat leidt tot alertheid en soms irritatie.
Bij geluidsgevoelige mensen kan al 25–30 dB(A) – het niveau van een fluistering – voldoende zijn om de slaaprust te verstoren. Voortdurend geluid veroorzaakt stress en vermindert het algemeen welzijn. Bij 60–65 dB(A), het niveau van schreeuwen, kunnen serieuze gezondheidsklachten optreden. Gehoorbeschadiging ontstaat meestal pas bij langdurige blootstelling aan 85 dB(A) of meer.
Geluidsregels en wetgeving
In Europa wordt geluidsbescherming in woongebieden geregeld via een combinatie van EU-richtlijnen en nationale wetgeving. De Environmental Noise Directive (2002/49/EG) vormt het fundament. Deze verplicht lidstaten om geluidskaarten en actieplannen op te stellen voor stedelijke gebieden met meer dan 100.000 inwoners, met als doel op lange termijn het omgevingsgeluid te verminderen.
Lidstaten hebben dit vertaald naar nationale wetgeving met specifieke grenswaarden voor dag, avond en nacht. In het VK is dit verwerkt in de Environmental Noise (England) Regulations 2006 en latere wijzigingen.
Woongebieden worden geclassificeerd op basis van het type gebruik en de gevoeligheid voor geluid. Ziekenhuizen, scholen en puur woongebieden kennen strengere normen dan gemengde of commerciële zones. Typische daglimieten liggen tussen 50–65 dB(A), ’s nachts tussen 40–55 dB(A).
De geluidsbelasting wordt vaak berekend met de Lden-methode (dag-avond-nacht-niveau), een Europese standaard uit 2002 die rekening houdt met soort, duur en frequentie van het geluid. Handhaving gebeurt via metingen, rapportages en klachtenprocedures. Lokale overheden spelen hierin een sleutelrol.
Voor voorspellingen en metingen gelden normen als:
-
ISO 9613-2: geluidsvoortplanting buiten
-
ISO 12354-4: geluidsafstraling via gebouwschil
-
ISO 3746: bepalen van geluidsvermogens via geluidsdrukmetingen